Door Het Zuur Gaan.

Eigenlijk zou je kunnen stellen dat er zich grofweg twee soorten mensen om mij heen bewegen in hun bestaan. Het type dat zich nooit anders voordoet dan hij of zij is en het niet zoveel uitmaakt wat andere mensen daarvan zeggen en denken. En de categorie stervelingen die in een opgeklopte schijnwereld leven en zelfgenoegzaam rondgluren of andere zielen wel tegen ze opkijken. Ze komen uiteraard in verschillende gradaties.

Als ik mezelf zou moeten indelen was het onomkeerbaar en met zekerheid bij groep één. Ik heb schijt aan alles. Ben nou eenmaal wie ik ben. Maar ik dacht altijd dat ‘die andere soort mens’ juist heel vroeg zuur en lelijk oud zouden worden. Over dat laatste maak ik me niet meer zoveel zorgen, maar ik ben wel heel vroeg zuur geworden helaas. Of misschien ben ik dat altijd al geweest.

Want tsja, als je m’n leven platslaat heb ik ‘t best aardig voor elkaar. Mijn gezin neemt me voor wie en wat ik ben. En belangrijker: ik héb een gezin. Woon in een beeldschoon huis op een prachtige plek én doe fantastisch werk, mijn droom om op televisie te komen waargemaakt. Maar toch: als ik bij de supermarkt loop dan zeur ik over dat ene ding wat er net niet is. Op straat grom ik altíjd over de regen. En ik hoorde mezelf vandaag tegen een collega aan de telefoon zeggen dat ik niet zeker wist waar je eerder jonger van sterft: een pakje sigaretten per dag roken of het ouderschap. Eventjes grappig, maar dat oeverloze geëmmer is best vervelend. Niet alleen voor de mensen om me heen, maar ook voor deze Zuurpruim (met een hoofdletter Z ja) zelf. Het betekent namelijk vooral dat ik niet van al dat leuks kan genieten.

Niet aan alles kan ik overigens echt iets doen. Wetenschappers hebben namelijk ontdekt dat verschillen in geluk genetisch bepaald zijn. Vijftig procent van het vermogen om je gelukkig te voelen, is al bepaald bij je geboorte. Of je nu in een armoedig hutje op de hei ter wereld komt of in een paleis, het talent om geluksgevoelens te beleven is vastgelegd in je genen. Omstandigheden hebben daar niets mee te maken. Ook supergezonde mensen met miljoenen op de bank kunnen ongelukkig zijn met het bestaan. Simpelweg omdat ze van hun ouders een pakketje genen hebben meegekregen waarin dat ene geluksstrengetje DNA helaas ontbreekt. Flauw, toch?

Uit hetzelfde onderzoek blijkt overigens ook dat je geluk als een taart kunt zien. Vijftig procent bestaat uit genen. Tien procent uit omstandigheden: huis, werk, gezondheid, financiën. De resterende veertig procent wordt gevormd door je eigen inbreng. Dus hoe sta je in het leven? Geef je altijd anderen de schuld of kijk je eerlijk naar je eigen inbreng? Tel je je zegeningen of kijk je zuur naar de overkant, waar het gras altijd groener is? Vind je het leuk een ander een plezier te doen of ben je boos omdat niemand iets voor jou overheeft? Maak je je vrienden aan het lachen of jaag je ze weg door te zeuren en te zaniken? Durf je naar je intuïtie te luisteren of volg je veilig de gebaande weg? Begroet je je man ’s ochtends met een dikke kus of sta je op met een gruwelijk ochtendhumeur?

Geluk zit dus overduidelijk níet in mijn genenpakket. Maar ook voor die overige veertig procent doe ik matig m’n best. Ik zeur over een stukje loszittend behang in een vijfsterrenhotel. Of raak volledig de weg kwijt als een vlucht teveel vertraagd is. Meestal tijdens ‘n luxe werktripje ook nog eens I might add. Maar: als er echt wereldschokkende problematiek opdoemt, zijn er nergens zorgen. Sterfgevallen, ziektes: ik baan mezelf er een weg door met oppervlakkige grapjes en dom lachen. M’n stresshormoon? Werkt niet. Hoe hoog de druk ook, ik doe het. Sociaal ongemak? Sla ik me ook met een behoorlijke dosis positieve energie doorheen. Dus haal ik dáár mijn veertig procent geluksquotum denk ik. Als het leven je citroenen geeft, dan maak je limonade. Ik doe mijn best, maar heb simpelweg niet genoeg voor een hele kan. En dat is priem.

Oud Goud.

Heerlijk moment: vlak voordat ie écht in slaap valt tref ik zoonlief altijd aan in z’n bedje, volledig verzonken in z’n uitpuilende collectie Donald Ducks. Hij heeft een behoorlijk aantal om uit te putten overigens, want ook deze trooper had jarenlang een abonnement en ook… Lees meer

Vlees & Co.

Het leek zo’n leuk idee: net na de volgevreten kerstdagen beginnen aan een nieuwe documentaire op Netflix. Over tweeëntwintig tweelingen die meededen aan een experiment waarbij de ene vlees bleef eten en de andere vegan werd. Na echt weken werd de balans van het onderzoek… Lees meer

Slam Dunk Da Hunk.

Toen ik vijfentwintig jaar geleden nog als onzekere puber rondbanjerde op de middelbare school was mijn geaardheid nergens in beeld. Niet voor de buitenwereld althans. Hoewel ik heus al wist hoe de vork in de steel zat, dacht ik klasgenoten te kunnen misleiden met m’n… Lees meer

Geleuter.

Wat is het toch een héérlijke tijd om te leven. Want iedereen die zich onlangs heeft onderworpen aan de gekheid van de film Saltburn, weet inmiddels dat er één prominent figuur daar ‘n behoorlijke rol in heeft: de penis. Een vrij unieke gebeurtenis, want het… Lees meer

Prins Aerobic.

Toen ik opgroeide in de jaren tachtig en negentig was er eigenlijk nog maar één levenspad voor mij mogelijk: hard werken, geld verdienen voor de hypotheek en de auto, status verwerven. Ambitie was het toverwoord. Thuisblijven met kinderen was een vrouwentaak, parttime werkende mannen waren… Lees meer

Koningin O.

Het gesprek met zoonlief in de auto vanmiddag kwam op religie terecht. Vreemd denk je misschien, I know. Maar we reden langs een kerk waar een begrafenis ging beginnen, lijkwagen, kist, God… zodoende. Dat ik niet in de Heer geloofde klets klets, de Bijbel achterhaalde… Lees meer

Revival van ‘t Rad.

Je bent er waarschijnlijk niet dagelijks mee bezig, maar 2024 is een bijzonder jaar in de wereld van Het Rad. Oftewel The Wheel. Wheel of Fortune om volledig te zijn. Een quiz die in Amerika al sinds 1975 onafgebroken op televisie te zien is. Met… Lees meer

De Nachtkijker.

Jajaja, natuurlijk weet ik het. ‘Een goede nachtrust is een betere dag’ of ‘Slaap is het beste medicijn’ en meer van dit soort open deuren. Geen woord van gelogen, maar ik ben zelf meer van het mantra: ‘Slapen kan altijd nog’, als je dood bent… Lees meer